Wat hadden ze er een moeite mee, in het
radioprogramma Nachtzuster: ‘Waar komt het woord waarempel vandaan?’ Ja
met een woordenboek, al is het maar een oude Kramer’s, is het
equivalent natuurlijk snel opgezocht: waarachtig, werkelijk. Maar de etymologie,
de achtergrond?
Voortijdig wakker, wil ik best graag naar Nachtzuster luisteren, maar bellen
of twitteren, niet dat ik er te lui voor ben hoor, maar ik ben als de dood
Levensmaatje in haar slaap te storen. Daarom maar dit stukje, want het jeukt
wel.
In subjectieve zin, is ‘waarempel’ ‘n soort bastaardvloek, te vergelijken met
jeetje voor Jezus en heden (‘Och heden’) voor Here. ‘Gij zult
de naam des Heren niet ijdel gebruiken.’ En…alleen God is waarachtig.
Potverdomme is nog te sterk potverdikkie mag. Hoewel, mijn (katholieke) moeder
was niet ingenomen met een geboortekaartje dat luidde: ‘Potverdikkie, alweer ‘n
Soeterikkie.’ Ze zette trouwens wel eens ‘n schaal op tafel met de woorden ‘gort
voor domme mensen’.
Op de r.-k lagere school werd ons geleerd, dat vloeken geen zonde was, maar
wel onbeschaafd. In rechtzinnig protestantse kringen werd daar dus totaal anders
over gedacht, vandaar al die pseudo-vloekjes, of hoe zal ik ze anders
noemen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten