dinsdag 3 juni 2014

Een subtropisch eiland dat alles heeft

Het is een subtropisch eiland, dat alles heeft. Overweldigende natuur, boerderijtjes met eigen windmolens (bij ons toekomstmuziek), in tamelijk vervallen staat, dat wel. Hoog rotsgebergte, waarvan de hellingen zijn begroeid met olijf- en sinaasappelbomen – aan de boom gerijpt zijn ze het lekkerst, zo blijkt weer. En zelfs aardbeibomen, al lijkt dat een contradictio in terminis. Van de vruchten kun je aangeschoten raken. Het gigantische klooster in de eenzaamheid ontbreekt niet, bewaakt door de laatste vijf monniken. Door die bergen lopen serpetinegewijs smalle wegen, pas halverwege de vorige eeuw geasfalteerd, ideaal voor de fietsclub uit Riethoven. Verder heeft het eiland onder meer twee spoorwegen, op één waarvan een elektrisch houten retrotreintje rijdt, dat weer aansluiting geeft op een dito tram. Die schuift luid toeterend door het badplaatsje met weelderige jachthaven.

De hoofdstad van de eilandengroep, met een omvang van de agglomeratie Eindhoven, wordt gemarkeerd door een kathedraal als onderdeel van een vestingwal aan de westkust. Daaromheen kronkelen de straatjes en raast, op enige afstand het verkeer over de boulevards. De stad is rijk aan groen, parken en fonteinen. Daar zie je zwevende fakirs en andere straatartiesten. De muziekgroepjes doen niet zo maar wat, maar leveren kwaliteit. Een saxofoniste, een klarinettist en een gitaarspeler openen hun concert met een bekende air van Pachabel, waarmeer ze van de volle terrassen een klaterend applaus oogsten. Elders horen we de authentieke Sint Louis Blues, Alweer retro, maar met de vereiste swing.

Zei ik niet ‘alles’? Dus ook de palmenstranden en de ambiance die daar bij hoort. We hebben het ‘s avonds vanaf ons appartementsterras geteld, maar elke drie minuten stijgt of land er een vliegtuig. Lieten ons vertellen dat de frequentie in augustus elke 80 seconden is. Vliegvakanties, met alles wat daar bij hoort. De gasten van sommige ressorts zijn te herkennen aan rode, witte of blauwe polsbandjes. Die geven hun het recht op te scheppen van de buffetten en onbeperkt dranken te halen van een kiosk. Gaat die om half tien dicht, dan is er de boulevard tot diep in de nacht:  ‘Feestcafé De Heeren van Amstel’ bij voorbeeld. Om 6 uur in de morgen is er nóg gelal te horen. Een Lloret de Mar in het kwadraat, met  ‘souvenirshops’, waar lighanddoeken te koop zijn met de veelbelovende tekst: ‘Drinking, Eating, Fucking’. De talloze teksten die de gasten op hun t-shirts meedragen zijn navenant. We zagen een vrouw een restaurant binnen komen met in schreeuwende letters: ‘FINGER WEG’. Duits? Uiteraard. Van de 100.000 immigranten op het eiland, is minstens de helft Duitser. Zij hebben in feite na de oorlog, toen ze elders in Europa nog werden weggekeken, het eiland ontdekt. En dat zullen we voor eens en voor altijd weten. We hebben een min of meer culturele eilandtoer gemaakt met achterin de bus een drietal Duitsers, die om 9 uur  ‘s morgens al blikken bier zaten te hijsen, waarbij de boeren niet van de lucht waren. Regelrecht hooligangedrag, waarbij de duidelijk zichtbare groepsvorming en de daarmee verbonden uitingen van nationalisme griezelig aandoen.
Nou ja, je moet het  ‘n keer meegemaakt hebben. Gezinnen waarvan de kinderen aan de gordijnen gaan hangen, die alles weigeren te eten behalve friet en snoep, het bij het minste of geringste op een krijsen zetten. Groepen in uniforme outfit rond een soundmachine, kennelijk als handbagage meegesmokkeld. Het zoekt elkaar allemaal op, wat het voordeel; heeft dat het lange, lange strand ook z’n oases van betrekkelijke rust kent.

Het eiland heet Mallorca en vangt in de lange zomer een doorsnee van de Europese bevolking op. Dus ook Nederlanders, van wie we nu kunnen vaststellen dat ze niet onfatsoenlijker zijn dan welk ander volk dan ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten