zondag 1 september 2013

Mijn carrière begon met Kiske

Kees Rijvers (87) woont, na 22 jaar Frankrijk, weer in Princenhage, lees ik in een mooi interview in het ED. Hij woont nu op 500 meter van zijn geboortehuis. Kees is niet al te groot van stuk, dus was het in Breda altijd Kiske. contract_aanbieding001Aanbieding van mijn eerste arbeidscontract


Toen ik Kees Rijvers voor het eerst zag voetballen, was dat omdat het moest. Ja, dit stukje gaat meer over mezelf dan over hem, want ik heb nu eenmaal weinig met voetbal; heb er het hoofd niet voor. Hoogstens zo nu en dan een EK- of WK-wedstrijd, als het er om spant. Maar het moest toen van de heer J.J.H.A. Bruna, destijds (1953) hoofdredacteur van het toenmalige Dagblad De Stem. Ik was daar leerling journalist in de tijd dat er nog geen beroepsopleiding bestond, hooguit wat cursussen, waaronder die bij de paters Augustijnen in Culemborg. Ik volgde die totdat ik de opdracht kreeg, de voorpagina van een krant uit elkaar te knippen, om uit het materiaal een nieuwe versie samen te stellen. Dat vond ik flauwekul.

Maar Bruna vond dus, dat sportverslaggeving bij het vak hoorde en stuurde me op een zonnige zondagmiddag naar het NAC-terrein aan de Beatrixstraat in Breda. En daar zag ik het driftig dravende Kiske. Dit is zowat het enige is, wat me van die wedstrijd is bijgebleven.

Bij de opdracht hoorde verder het ophangen van bulletins met uitslagen in de vitrines van de krant op Reigerstraat 16. Later moest ik, onder het toeziend oog van sportredacteur Adri Veraart de standenlijstjes maken. Niets van wat een leerling deed, ging toen ongecontroleerd de krant in, al duurde het niet lang voor ik in het diepe werd gegooid en ‘s morgens vroeg de stadseditie moest afsluiten. Een laatste blik op de anp-telex en ‘zakken maar’. Wilde ik nog een ‘laatstste nieuwtje’ op de voorpagina frommelen, zei de voorman van de zetterij: ‘Er bestaat geen laatste nieuws.’

Ik heb trouwens elders moeten bewijzen dat ik voor het journalistenvak geschikt was, volgens Bruna faalde ik niet alleen in de sportverslaggeving. Maar een collega van de concurrent, wijlen de Bredasche Courant, smiespelde dat ik te goed was voor De Stem. Bij die krant heb ik daarna nog menig ‘free lance-stuk’ mogen publiceren. Toen ik nog eens iets bij De Stem aanbood, zei de stadsredacteur: ‘Dat kunnen we zelf wel.’

Ik geef toe, dit heeft allemaal niks met Kiske Rijvers te maken. Ieder z’n perceptie, moet je maar denken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten