vrijdag 9 mei 2008

Oosterhout 4


Aan Martens, waar ik dus slechts een jaar heb gewerkt - maar als je jong bent is een jaar behoorlijk lang - bewaar ik de nodige nostalgische herinneringen. Het was allemaal nog zo kleinschalig. De oprichter, Henricus Hubertus Martens, was in 1881 met vijf mud ongebluste kalk en een vat cement als aannemer begonnen. Met noeste vlijt had hij zich opgewerkt tot een gerenommeerd ondernemer, die bij voorbeeld rond 1910 het Instituut voor Doven in Sint-Michielsgestel mocht bouwen. Toen al gebruikte Martens in Oosterhout voorgefabriceerde elementen.
Toen ik er in 1954 kwam, hing er nog steeds de sfeer van de allang verschei-
den H.H., wiens portret boven het bureau met rolluik van J.A. hing. Boven de inrijpoort zit trouwens nog steeds de in hardsteen gehouwen firmanaam (Steenhouwerij.)
Een neef, Alphons, immer in stofjas, zat in het achterste deel van het kantoor achter een balie en schreef in fraaie krulletters de bonnen uit, die de chauffeurs meekregen. Af en toe stak Fons de binnenplaats over met een bundeltje bonnen, die ik dan in rekeningen moest verwerken. Fons heeft dat trouwens ook al meer dan 50 jaar volgehouden, waarvoor hij nog is geridderd. Van dat gebeuren maakte ik een 'persbericht' met foto!
Tussen de middag kwam Betje, de 'trouwe dienstmeid' van de oude mevrouw Martens mij een kop tamelijk slappe koffie brengen, voor bij mijn natuurlijk meegebrachte boterham. Gelukkig mocht ik af en toe ook wel eens wat anders doen, zoals het ontwerpen van een vloeiblad, dat de cliëntèle met Kerstmis werd toegestuurd. Soberheid troef.
Ik had een goede verstandhouding met de boekhouder, Max Verschuren, die een bekwaam arrangeur van klassieke muziek was en met wie ik al neuriënd het repertoire doornam, met zóveel verve dat een andere kantoorkracht - die wel heel erg opvallend achter de dochter van de baas aan zat - riep: 'Ik word er gek van.' Nou, de muren kwamen wel eens op me af en dan verliet ik zo halverwege de middag even het pand om bij de dichtstbijzijnde bakker een kano te halen. Max kreeg wel eens betonwerkers aan zijn bureau, om zogezegd 'een kind aan te geven'. Als de trouw- en de geboortedatum dan wat dicht bij elkaar lagen, zei Max: 'Da kunde gij gauw, Jan!'
Als ik dan na gedane arbeid naar huis fietste, stond er aan de Bredase weg altijd een roodharige meid achter een tuinhekje. Die zwaaide dan naar mij en ik zwaaide terug. Pas later heb ik me gerealiseerd, dat die meid misschien meer in mij geïnteresseerd was dan ik had begrepen.
Dat was dus, wat mij betreft Oosterhout.
De achterkant van het pand Rulstraat 7 grenst nu aan een van de fraaiste overdekte winkelcentra van Brabant, de Arendshof.

Fotoalbum Oosterhout

Diashow. Staat op PhotoExpress van Adobe. Trek je niks aan van eventuele rare en overdreven veiligheidswaarschuwingen van Windows of Microsoft. Het is vertrouwd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten